Onwetendheid

Auteur: Gepubliceerd op: 
Column

Tijdens de bachelor leer je alle ins en outs over uiterst zeldzame botziektes en het werkingsmechanisme van de nieuwste biologicals. Het is echter lastig om uit een boek te leren hoe patiënten onderzoeken en behandelingen ervaren, en hoe onwetendheid je parten kan spelen.

 

“Wanneer begonnen uw klachten?” vroeg de huisarts. Hij dacht terug. Een kwestie van maanden, jaren misschien? Het begon met buikpijn, aanwezig maar niet storend. Naarmate de tijd vorderde, werd het echter steeds erger. Zijn vrouw maakte zich zorgen: “Ga toch even naar de huisarts, dat kan toch geen kwaad?” Ja, dat was misschien zo. Maar hij was deze eeuw nog niet bij de huisarts geweest en dat wilde hij toch liever wel zo houden.

 

De buikpijn werd niet alleen heviger, het was nu ook op een veel groter oppervlak aanwezig. Maar goed, met een paracetamolletje was het toch zo weer over? Waar dit echter niet tegen hielp was de plotseling ontstane duizeligheid. Hij begon zich nu toch echt zorgen te maken en besloot het nummer van de huisarts op te zoeken.

 

De huisarts begroette hem alsof ze hem al jaren kende. Hij werd nerveus van haar, maar zei tegen zichzelf dat hij niet kwam om vrienden te maken. Hij legde uit waar hij last van had en hoopte dat de huisarts iets zou zeggen van: “Oh, dit is niks! Ik schrijf even wat voor en dan zie ik je over twee weken weer.” Zo ging het echter niet, de huisarts wist niet wat er gaande was. Ze besloot een echo aan te vragen in het ziekenhuis, alsmede wat bloedtesten. “Ik zie je over twee weken weer om de uitslagen te bespreken!” De termijn had hij in ieder geval goed. Op de verwijsbrief stond in sierlijk handschrift: ‘Pathologie buikorganen?’. Het zal toch niet…?

 

De twee weken leken eeuwen te duren, zeker nu de buikpijn weer erger werd en de duizeligheid zo toe nam dat hij soms moest gaan liggen omdat hij anders flauw zou vallen. Gelukkig was daar eindelijk de dag van de bespreking. De huisarts begroette hem minder joviaal dan de eerste keer en keek ernstiger. “Dit kan niet goed aflopen,” dacht hij. “Ik zal met de deur in huis vallen,” verkondigde de huisarts. “De echo’s waren goed, niks op te zien. Uit uw bloedwaarden blijkt echter dat uw bloedsuikerspiegel te hoog is. U heeft diabetes.”

 

Diabetes? Was dit zijn eigen schuld? Nee, hij had niet bepaald gezond geleefd, maar hij at niet veel. “Moet ik nu insuline spuiten?” “Nee, u hoeft op dit moment geen medicijnen. Het is heel belangrijk dat u nu gezond gaat eten, met veel vezelrijke producten. Ik heb hier een folder voor u. Meer bewegen is ook belangrijk. Als u dat gaat doen, is uw suiker prima onder controle te houden.” Was dit het? Gezonder eten en meer bewegen? Die droom viel helaas gauw aan diggelen. “Diabetes verklaart echter niet uw klachten. Ik ga u verwijzen naar een internist.”

 

Hij had hoge verwachtingen van de internist. Zo’n geschoolde specialist, dan is een dergelijke casus toch doodeenvoudig? Hij had dan ook alle hoop dat de internist met het verlossende woord zou komen. “Ik kan zo niet zeggen wat er mis is,” zei de internist. “Ik wil een colonoscopie doen om te zien wat er aan de hand is.”

 

Beduusd ging hij weer naar huis. Een colonoscopie, dat was geen prettig vooruitzicht. Zeker niet met het boekwerk aan voorbereiding dat hij mee heeft gekregen, met verschillende eetadviezen en de drank Moviprep. Het was het goorste dat hij ooit heeft geproefd.

 

Naarmate de dag naderde, werd hij steeds nerveuzer. Zou het pijn doen? Hij geneerde zich om zich zo open te moeten stellen. De MDL-arts was gelukkig vriendelijk en stelde hem op zijn gemak. De midazolam hielp ook heel erg, hij wist er achteraf weinig meer van. “Ik kan het iedereen aanraden,” grapte hij.

 

Eindelijk kwam daar het verlossende moment. “De colonoscopie wijst uit dat u diverticulose heeft. Heeft u daar wel eens van gehoord? Een divertikel is een uitstulping van de darm.” Hij pakte de computer erbij. “Dit is uw colonoscopie. Hier ziet u ze zitten. Er kan ontlasting in komen te zitten. Het is echter heel goed behandelbaar met veel drinken en een vezelrijk dieet.”

 

Hoewel het naar was om drie maanden in onzekerheid te leven, is hij blij dat de diagnose meeviel en nu weer zonder angst door het leven kan gaan.